Blog
A silk route through Africa (6)
05/06/17
6. Henna partyNaïef ben ik genoemd, onverantwoord, egoïstisch, een dromer, niet goed wijs (binnensmonds) en er werd me niet slechts een enkele keer ontraden om dit avontuur te beginnen. Al helemaal toen n.a.v. verkiezingen in respectievelijk Nederland en Turkije duidelijk werd dat de verhoudingen tussen Turkije en West-Europa een dieptepunt hadden bereikt. Opgetrokken wenkbrauwen, niet begrijpende blikken met soms nauwelijks verholen afschuw waren mijn deel toen men hoorde van het plan om met een oude Land Rover de zijde route te volgen. Om over reizen door Afrika, Iran en eventueel andere ‘stan’ landen nog maar niet te spreken. Het valt niet uit te sluiten dat er in al deze kwalificaties tenminste een kern van waarheid zit. Gelukkig waren er ook veel die met begrip en zelfs bewondering mijn plannen aanhoorden.
In mijn professionele carrière heeft me steeds verbaasd hoe weinig begrip of zelfs maar respect er daadwerkelijk is voor culturele verschillen in persoonlijke, zakelijke of politieke relaties. En dat terwijl er jaarlijks aantoonbaar miljarden Euro's verloren gaan op grond van culturele inschattingsfouten waardoor deals niet door gaan, fusies mislukken en op internationaal niveau spanningen ontstaan die tot rampen leiden waardoor levens op het spel komen te staan. De personen die in het algemeen met de beste bedoelingen aan de onderhandelingstafel zitten zijn niet zelden technocraten die meestal een focus hebben die enkel gericht is op de snelste oplossing van een probleem of bijvoorbeeld het leveren van een product. In de publieke discussie over Turkije lijkt –vaak in het belang van politieke carrières- aan verschillende zijden de nuance verloren te gaan. De discussie wordt een propaganda-oorlog die het niveau bereikt van een ruzie tussen voetbalsupporters. (“Turk” is in het Nederlands lange tijd een scheldwoord geweest). Zoals gezegd kunnen dit soort discussies tot gevaarlijke ontwikkelingen leiden. Oorlog is voetbal, alleen hebben de emotioneel tot het kookpunt opgezweepte supporters uit handen van hun aanvoerders kalasjnikovs en M16’s gekregen en geen vufuzela’s.
Het zal niet eenvoudig zijn in West Europa een volk te vinden dat net zoveel gastvrijheid toont als de Turken. Net zo min echter zal het makkelijk zijn een volk te vinden dat even trots en nationalistisch is. Een valkuil waar nog steeds leiders van landen en van ondernemingen dagelijks intrappen. Het directe gevolg van het door politici en media geschetste negatieve beeld van Turkije voor mij persoonlijk is dat er in Istanboel of andere grote steden nauwelijks een toerist valt te bekennen en dat er van lange rijen voor belangrijke bezienswaardigheden geen sprake is. Wel zijn er meters dikke cohorten van wachtenden voor de “Metro bus”, een systeem waar –bij gebrek aan een ‘echte’ metro- bussen over speciaal aangelegde busbanen van- en naar de binnenstad rijden. Een snelle rekensom maakt duidelijk dat het systeem onvoldoende capaciteit heeft: het aantal personen dat in auto’s per seconde een punt passeert is vele malen groter dan het aantal personen dat per Metro bus hier langs komt. Het gevolg is dat er met name tijdens de spits –soms bijna letterlijk- wordt gevochten om een plaats aan boord.
De rit van Semilpasha waar we logeren, ca 60 Km ten Zuidwesten van Istanboel duurt bijna 2 uur. Om de file-drukte en het vinden van een parkeerplaats in Istanboel te vermijden én om het systeem aan den lijve te ervaren nemen we eerst minibus 303 naar het Metrobusstation. Met hulp van “Kaan”, een beperkt Engels sprekende web designer van begin dertig, paardenstaart en er zelfs voor Wereldstad Istanboel onconventioneel gekleed, vinden we de juiste aansluiting. Het Taksim-plein is naar verhouding erg rustig. Wél is er op veel plaatsen zichtbaar en onzichtbaar zwaar bewapende politie op straat. Bij de toegang tot alle steden van enige betekenis in Turkije zijn met betonblokken of met zandzakken beschermde controleposten opgezet. In de meeste gevallen staat daar vlak achter een grote donkere pantserwagen geparkeerd. Verder is er in het dagelijkse leven van enige terrorismedreiging nauwelijks iets merkbaar. Een restauranthouder nodigt me droevig uit zijn honderden jaren oude taverne in een elegante passage vlak bij het Taksim-plein te bewonderen. Het is er inderdaad prachtig maar er is geen kip te bekennen.
Aan het eind van een lange donderdag in Istanboel genieten we van een simpele maaltijd in één van de vele visrestaurants aan de Bosporus met uitzicht op het gekrioel van tientallen veerboten. De kwaliteit van het gerecht is matig maar de hoffelijkheid en de voorkomendheid van het personeel compenseren dit ruimschoots. Een beetje lam en met van vermoeidheid dik geworden oogleden aanvaarden we de terugrit van achtereenvolgens tram, Metrobus en minibus naar Semilpasha. Wanneer we aankomen is de stad donker en uitgestorven en we slenteren via een uit betonnen tafels opgetrokken marktje richting het hotel.
Dan wordt ineens van uit één van de steegjes voor ons een mengsel van diep tromgeroffel en Turkse volksmuziek hoorbaar. De vermoeidheid is direct verdwenen en nieuwsgierig lopen we nu in de richting van het geluid. Achter een hoge muur met een poort bevind zich een terrein waar mannen geëngageerd commentaar schijnen te leveren op hetgeen zich vóór hen in een grote betonnen hal afspeelt. In de met felle, wisselende kleuren verlichte hal dansen bijna twintig mooie meisjes op de maat van de muziek een traditionele dans om een jonge vrouw, gekleed als een koningin in een lange toga. In een ovalen kring daarom heen zijn tientallen witte plastic stoelen waarop even zoveel vooral oudere vrouwen het tafereel gade slaan. In de hoek rechtsvoor in de hal is de muziekband opgesteld, tot dat moment de enige mannen in de ruimte. “It’s a henna party”, legt één van de mannen mij uit op mijn vragende blik.
Vanuit het gewoel stapt plotseling een wat oudere man op me af en gebaart ons energiek te gaan zitten op een aantal door hem aangewezen witte stoelen. Het blijkt de vader van de bruid. Verbaasd en enigszins confuus door het harde geluid nemen we plaats maar lang houd ik dat toch niet vol. Op mijn verzoek te mogen fotograferen wuift de man breed met zijn arm en knikkend naar de betonnen zaal: “ga je gang”. Nadat de band verschillende nummers heeft gespeeld en de meisjes klaar zijn met dansen begeleiden ze de bruid naar het voorterrein. Omringd door haar zussen en vriendinnen wordt de bruid nu verborgen onder een fel rode sluier. Even later verschijnt de bruidegom op het toneel buiten de hal waar het geluid van de instrumenten weer aanzwelt. Aangevoerd door haar moeder, dansen de bruid en haar begeleidsters in een lange rij op de maat van de muziek plechtig naar binnen, waar het licht nu is gedempt. In haar rechterhand draagt de vrouw van middelbare leeftijd een schaal met daarop kaarsen en wat -na later blijkt- een kom met henna. De rij vormt zich in een zich steeds nauwer sluitende spiraal om de nu in het midden van de ruimte gezeten bruid. Dan knielt de moeder voor haar dochter en brengt te midden van een door jonge vrouwen afgesloten ritueel de henna aan op de handen van haar meisje. Wanneer ze hier mee klaar is omhult ze de zojuist beschilderde handen zorgvuldig met een soort rode kanten weefsel en bindt deze vast om de polsen.
Wanneer dan eindelijk de bruidegom zijn aanstaande echtgenote mag zien en de sluier wordt verwijderd zwellen de muziek en het geroffel weer aan en pinkt de bruid van ontroering met een voor dit doel vooraf beschikbaar gemaakte zakdoek een zorgvuldig georchestreerde traan weg. In een ritueel waarin bruid en bruidegom beurtelings om elkaar dansen bereiken de decibels van de trommels de pijngrens en hoe harder er op het vel wordt geslagen, hoe meer geld de muzikanten krijgen toegestopt van de zielsgelukkige echtgenoot. Demonstratief legt hij zijn oor dicht bij het vel te luisteren waarna hij instemmend knikkend enkele biljetten achter de trommels schuift. Wat de man morgen nog kan verstaan van zijn gloednieuwe eega is waarschijnlijk beperkt want het geluid is zelfs voor mij oorverdovend.
Een beetje bedwelmd verlaat ik na middernacht het feest waar nu de hele familie inclusief de mannen zich in een innige omarming werpt en in cirkels met hun benen steeds wilder de lucht doorklieven. Nog steeds zitten de overige genodigden op de stoelen langs de wanden het geheel tamelijk passief te aanschouwen, als waren het slechts figuranten in dit decor. De kleuren, de ambiance en de muziek doen me denken dat ik even verdwaald ben geweest in het feest van een Ottomaanse Pascha.
ard-van-gerdijk@hotmail.com