Blog
A silk route through Africa (7)
11/06/17
7 Istanbul- Kuzuluk-Pazar-AnkaraUit de beminnelijke mierenheuvel Istanboel weet ik me veel sneller dan verwacht te ontworstelen via de Bogazici Köprüsü hangbrug over de Bosporus. Nu ik mijn vrouw en haar vriendin veilig en wel met gemengde gevoelens heb achtergelaten bij het vliegveld Atatürk ben weer even vrijgezel. Tot Isfahan zal ik de reis alleen vervolgen. Geen idee waar ik die nacht zal overnachten.
Het wordt Kuzuluk, een in het westen nauwelijks bekend maar bij de Turken zeer geliefd kuuroord waar je in de twee hotels die het plaatsje rijk jezelf kunt weken in zwavelrijke thermische baden. Een boer aan wie ik 40 km eerder vroeg of ik bij hem op het terrein mag parkeren om de daktent op te zetten maakte een verontschuldigend gebaar door met beide handpalmen vanaf zijn kruin langs zijn gestoppelde wangen naar zijn hals te bewegen, alsof hij een sluier droeg: dat zou teveel aanstoot geven voor de vrouwen. De eigenaar van een supermarktje van acht vierkante meter verwijst me naar Kuzuluk en terwijl ik het wegdorpje binnen rijd begrijp ik waarom. Het is er gezellig op straat waar koppeltjes en families slenteren aan beide zijden van de hoofdstraat, langs de souvenirwinkels, kebab restaurants en ijscostalletjes. De beide hotels blijken echter volgeboekt. Eigenaar Yassin van Hotel nr 2 verwijst me –nadat hij met stijgende bewondering naar de fotos van Edna met uitgeklapte tent heeft gekeken- naar een nabij gelegen bos waar het geen probleem is als een witte westerling zijn kampement opmaakt. Terwijl ik aanstalten maak te vertrekken holt hij achter me aan: het is geen probleem als ik de LR achter het hotel op een open grasveldje tussen de kippen met schitterend uitzicht op de bergen parkeer. Wifi en sanitaire voorzieningen van het hotel zijn ook beschikbaar. Wat ik hem moet betalen voor één nacht? Lachend toetst hij in op Google translate: “it’s God’s gift...”
Van Kuzuluk vetrek ik richting Ankara, onder anderen omdat ik daar een oude kennis wil ontmoeten. De snelweg naar de hoofdstad is van uitstekende kwaliteit en naarmate ik deze dichter nader wordt landschap filmischer. Glooiende merengue-achtige heuvels die een prelude zijn van wat er in Kapadoccia op me wacht. Circa zeventig Km voor Ankara besluit ik kwartier te maken in een gehucht ‘Pazar’. Een sympathieke –maar met een enorm schietijzer uitgeruste- bewaker van het nabij gelegen natuurpark heeft me hier naar verwezen aangezien er een “Kamp” (camping) zou zijn. Van dit laatste is geen sprake. Een aantal zeer schamele, in veel gevallen uit vakwerk met klei opgetrokken onderkomens die veelal op instorten staan vlijen zich tegen een heuvel. Er is er één, een opvallend grote die in het oog springt. “Hier kan geen mens in wonen” denk ik terwijl ik de lens focus op de ruwe strukturen van leem en verweerd hout. Alsof ze mijn gedachten wil logenstraffen opent een oud vrouwtje een raam en leunt nieuwsgierig naar buiten om de observator te observeren. Ze roept iets voor mij onverstaanbaars.
Op mijn vraag tegen beter weten aan een bewoonster van één van de huisjes of er misschien een supermarktje of een bakker is wordt heftig “yok” geschud. Of ik brood nodig heb? Ik knik bevestigend en even later verschijnt ze met een groot Turks brood en drie tomaten. Wanneer ik haar geld probeer te toe te stoppen wuift ze dit af. Ik besluit de LR op de berg te parkeren, voor het eerst in lange tijd ‘wild’ kamperend, enkele honderden meters boven het dorp met uitzicht op het stuwmeer “Kurtbogazi Baraji”. Een jonge boer en tevens ex-militair is stomverbaasd als hij met zijn traktor langs rijdt op de stijle, hobbelige bergweg. “Diz is really the best” zegt hij, “kamping yok problem” en pakt onmiddellijk zijn iPhone. De boer vraagt of hij een foto mag maken met Edna: “Is for Face book and Instagram” zegt de jonge man. Natuurlijk mag dat. Iedereen in Turkije wil Edna op de foto. Het liefst met een selfie.
De volgende ochtend wordt ik gewekt door de stem van de imam die krakend galmend, ongedempt door de bouwvallen er om heen vanaf een minaret van een moskee, van een dorp zonder bakker mijn matras bereikt. Even later klinkt dezelfde stem en hetzelfde lied weer maar nu van uit een ander dorpje een aantal kilometers verder op. De imam heeft uit praktische overwegingen zijn oproep gedigitaliseerd. Ik schaam me dat ik het brood van de vrouw heb aangenomen en sluip in de vroege ochtend mijn berg af om bij haar de nodige Turkse Lira’s onder een kei op haar balkonnetje te leggen.
In eerste instantie ben ik verbaasd over het grote verschil in levensstandaard tussen Pazar en het op amper zeventig kilometer verder gelegen Ankara. De uitdagingen van dit ineens immense land worden pijnlijk zichtbaar. De verwondering neemt toe als ik zie hoe groot die verschillen zijn in de hoofdstad zelf, waar hele wijken als favela’s tegen de heuvels van de moderne stad opkruipen. Het trotse nationalisme dat zich overal maar met name rondom het mausoleum van Atatürk toont staat in schril contrast tot het dagelijkse leven op deze heuvels. Terwijl boven mij op “the castle” dagjesmensen zich vergapen aan het uitzicht over de oprukkende stad, wandel ik luttele meters daaronder door ‘shanty town’. Een meisje van ongeveer zeventien-achttien vraagt me haar en haar vriendin te fotograferen. Ik aarzel omdat, nou ja, gewoon omdat ik geen misbruik van de gelegenheid wil maken. Ze dringt echter aan en als beiden na de eerste shots zijn ontspannen ontwikkelt de ontmoeting zich in een spontane photo-shoot. Fotomodellen in de favela...
reacties: ard-van-gerdijk@hotmail.com